Ik zal jullie wat meer vertellen over de koloniale oorlogen van de irokezen.
De koloniale oorlogen
Het contact met de Europeanen betekende ook dat de Iroquois betrokken werden bij de koloniale oorlogen tussen de Europese machthebbers. In de 17e eeuw raakten de Mohawk in conflict met de Fransen; Nederlandse handelaars verkochten nieuwe vuursteenslotmusketten aan de Mohawk, die met deze 'moderne' wapens een voorsprong op de Fransen kregen, die over minder betrouwbare lontslotmusketten beschikten. Zo brachten de Nederlanders via de Mohawk hun grootste concurrenten in de bonthandel een zware Nederlaag toe.
De Europese machten sloten verdragen met de Indiaanse volken om zo meer invloed te kunnen krijgen op het Noord-Amerikaanse continent. Speciale gezanten werden aangesteld om de contacten te onderhouden. De bekendste was Sir William Johnston, een Britse gezant; hij had een groot landhuis, "Johnston Hall", waar hij verschillende vertegenwoordigers van de Iroquois en andere stammen ontving. Hij was getrouwd met een indiaanse, de zus van de legendarische Mohawk-leider Tayendinaga. Tayendinaga ijverde bij de Iroquois ervoor om bondgenoten van de Britten te blijven. Gedurende de Spaanse Erfopvolgingsoorlog (1702-1713), de Oostenrijkse Erfopvolgingsoorlog (1740-1748) en de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) werd er ook gevochten in Noord-Amerika, alhoewel de verschillende koloniën onderling vaker kleine conflicten uitvochten.
De bekendste en meest beslissende oorlog is de zgn. French & Indian Wars, de koloniale oorlog tussen de Fransen en de Britten geweest; deze oorlog liep gelijktijdig met de Zevenjarige Oorlog (1756-1763), maar begon eigenlijk al in 1754 toen een Britse expeditie onder lt.Gen. Braddock een campagne begon tegen de Fransen en hun indiaanse bondgenoten. Deze expeditie liep in een hinderlaag bij Monongahela en werd verpletterend verslagen. De oorlog verliep in de eerste jaren rampzalig voor de Britten omdat dezen niet waren ingesteld op een oorlog in de Noord-Amerikaanse wouden, en omdat ze over te weinig goed geoefende troepen en Indiaanse bondgenoten beschikten die wel bekend waren met Lichte Infanterie-tactieken. Bovendien raakten de Britse generaals na elke tegenslag dusdanig in paniek dat ze zich meteen terugtrokken in hun forten.
De bekendste belegering is die van het Fort William Henry, dat in 1757 door de Fransen werd ingenomen. De belegering is bekend geworden door het boek "The Last of the Mohicans" dat ook is verfilmd. De overwonnen Britten mochten zich terugtrekken maar werden op hun terugtocht keer op keer door de wraakzuchtige indianen aangevallen.
In 1758 verscheen er een andere Britse generaal ten tonele, de jonge officier James Wolfe. Vastbesloten om de Fransen definitief te verdrijven begon hij een agressieve campagne. In 1758 was hij betrokken bij de verovering van de Franse vestingstad Louisbourg. Uiteindelijk wist hij het Franse leger in 1759 definitief te verslaan in de slag om de stad Québec. In 1760 gaven de Fransen zich over, in 1763 werden bij de vredesbesprekingen (Vrede van Hubertusburg) de koloniën definief aan de Britten toegewezen.
In 1763 organiseerde een chief genaamd Pontiac een aantal stammen in een verbond met als doel de Britten te verdrijven. Echter, na wat aanvankelijke successen bloedde de opstand, die bekend werd als "Pontiac's Rebellion" dood en verspreidden de stammen zich in 1764 weer. Pontiac werd vermoord. De opstand was geen succes geweest maar gaf wel aan dat de vrede in Noord-Amerika erg broos was. De vele gevechten hadden de Indiaanse stammen veel mensen gekost, en deze klappen kwamen de kleine gemeenschappen, in tegenstelling tot de opbloeiende blanke gemeenschappen, maar moeilijk te boven.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
1 comment:
goed!
Post a Comment